Rosaria Choquevillea Yucra
Ik zit in het meisjesinternaat en ben heel tevreden er te mogen verblijven. Wat mij hier het meest bevalt, is dat je je zorgen met elkaar kunt delen en dat je dan kans krijgt om beter te studeren. De maaltijden bevallen mij soms minder, maar andere keren smaken ze heerlijk. De regentessen Doña Marta en Doña Gema - die toezicht houden in het internaat - zijn goed voor ons, als we ook goed zijn voor hen. Wanneer we weliswaar ongehoorzaam of onhebbelijk zijn, zijn ze streng. (...) ’s Zondags ga ik graag naar de kerk om er de diaken Miguel en de pastoor Jesús te bedanken. Daarnaast kan ik er ook Señorita Lia Claeys, de moeder van alle meisjes, bedanken. Het was zij die ons het prachtig internaat en het college Pablo Sexto gegeven heeft om beter te kunnen studeren. Ik neem nu afscheid met de belofte verder hard te blijven studeren.
"Ik ben blij dat ik in het meisjesinternaat mag verblijven. Hier kan je je zorgen met elkaar delen, en krijg je de kans om beter te studeren."
Juana Machaca Vela
Ik kom uit een zeer eenvoudige plattelandsfamilie en arriveerde op 10-jarige leeftijd op het internaat. Intussen verblijf ik hier zeven jaar. Hoewel ik het spijtig vind dat ik een beetje vervreemd ben van mijn ouders, is mijn verblijf op het internaat iets positiefs geweest. Ik had het geluk om van bij aanvang gastvrij ontvangen te worden door een zeer goede regentes, Neli Paredez, die mij veel zaken toonde die ik thuis nooit had kunnen leren. Vandaag is het internaat voor mij een tweede thuis geworden, waar ik met de andere inwoners mijn verdriet en mijn vreugde kan delen zoals met mijn familie. Het internaat is van groot belang voor veel meisjes van het platteland en het is er bovendien zeer mooi, zo vind je er geen tweede.
In het internaat ontmoette ik ontelbaar veel vriendinnen, ontving ik veel liefde van de oudere meisjes… en haalden we samen ook vaak wat kattekwaad uit. Ik heb in de voorbije zeven jaren goede en slechte ervaringen opgedaan, maar ik ben hier gelukkig geweest. Met de bagage die ik hier gekregen heb, moet ik nu verder zelfstandig mijn leven uitbouwen. Ik ben enorm dankbaar voor padre Jesús, Señorita Lia en padre Santiago, die zich steeds belangeloos ingezet hebben om ons een goed leven te bezorgen.
"Het internaat is van groot belang voor veel meisjes van het platteland. Met de bagage die ik hier gekregen heb, moet ik nu verder zelfstandig mijn leven uitbouwen."
Viana Acarapi Manuel
Viana Acarapi Manuel werd op 16 juni 1999 geboren in het dorpje Oreca nabij Pocoata in het noorden van het departement Potosí. In 2014 zat ze, als 15-jarige, pas in het 5e leerjaar. Haar vader is overleden en haar vijftigjarige moeder leeft alleen in een kleine huurwoning in Colquechaca (4175 m hoog, Noord-Potosí). Ze getuigt hier over het harde leven van haar familie:
Ik ben enig kind, en mijn moeder probeert in ons levensonderhoud te voorzien chicharón (kaantjes, hoofdvlees) van lama en kip te verkopen. Met haar broers en zussen, die allemaal verhuist zijn naar de centraal-Boliviaanse stad Cochabamba, heeft ze al meer dan 15 jaar geen contact meer. Sinds kort is mijn moeder erg ziek, en haar situatie verslechterd zienderogen. Enkele buren ontfermen zich momenteel over haar en helpen haar met zelfgemaakte natuurlijke medicamenten. In een kliniek kan ze weliswaar niet opgenomen worden, want daarvoor ontbreekt het aan geld. Mijn grootmoeder Basilia, de enige dichte familie die we nog hebben, kan ons evenmin helpen. Haar hele bezit bestaat louter uit een 10-tal schapen.
Vorig jaar kon ik de internaatsbijdrage niet betalen, maar de padre had gelukkig begrip voor onze situatie. Dankzij zijn hulp kon ik mijn jaar toch met succes afronden. De bijdrage voor dit jaar is echter opnieuw een moeilijke kost. Mijn moeder zegt echter dat ze zal genezen en zal werken zodat we het nodige geld kunnen bijeenbrengen. Schoolbenodigdheden voor dit schooljaar kocht ik met het geld dat ik tijdens de vakantie verdiende met de verkoop van chicharón. Schriften en schrijfbladen kosten 55 boliviano (± €6). Die heb ik nog niet betaald. Het bedrag ben ik nog verschuldigd aan de tienda de ahorro (het schoolwinkeltje). De stof nodig voor het aanleren van borduurwerk kan ik evenmin bekostigen. Ik denk er aan te lenen in de schoolwinkel en de schuld te vereffenen na de wintervakantie, want dan ga ik weer werken.
"Vorig jaar kon ik de internaatsbijdrage niet betalen, maar de padre had gelukkig begrip voor onze situatie. Dankzij zijn hulp kon ik mijn jaar toch met succes afronden. De bijdrage voor dit jaar is echter opnieuw een moeilijke kost."